Voor het bevorderen van bijen en biodiversiteit in je tuin zijn er verschillende bloembollen die je kunt planten. Hier is een lijst van aanbevolen bloembollen:
- Anemoon (Anemone blanda): Bloeit in maart en april met paarsblauwe bloemen en levert vooral stuifmeel aan wilde bijen en honingbijen
- Blauw druifje (Muscari): Geliefd bij bijen voor het grijze stuifmeel en trekt hommels, wilde bijen, honingbijen en vlinders aan
- Krokus (Crocus): Draagt bij aan de biodiversiteit doordat het stuifmeel en de nectar door de open bloemen goed bereikbaar zijn voor bijen en vroege vlinders
- Narcis (Narcissus): Insecten met een lange tong, zoals sluipwespen en sluipvliegen, smullen van de nectar en het stuifmeel van narcissen
- Oud wijfje (Ipheion): De stervormige bloemetjes trekken veel verschillende soorten insecten aan
- Sierui (Allium): Door de bolle vorm kunnen meerdere insecten tegelijkertijd van deze bloem snoepen
- Sneeuwklokje (Galanthus): Zorgt van december tot april voor veel nectar en stuifmeel voor vroeg vliegende wilde bijen, honingbijen en vlinders
- Sneeuwroem (Chionodoxa): Trekt ook bestuivers aan, maar specifieke details zijn niet vermeld
- Winterakoniet (Eranthis): Een vroegbloeiende plant die helpt bij het voorzien van nectar en stuifmeel in het vroege voorjaar
- Zomerklokje (Leucojum aestivum): Biedt ook voedsel voor bijen, maar verdere details zijn niet gegeven
Deze bloembollen helpen niet alleen bijen en andere bestuivers door het bieden van een voedselbron, maar ze dragen ook bij aan een kleurrijke en levendige tuin. Het is een goede manier om de natuur te ondersteunen en tegelijkertijd van je tuin te genieten.
Hoe plant je bloembollen?
-
Kies de juiste tijd: Voorjaarsbloeiende bollen zoals tulpen, narcissen, blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen plant je in de herfst, vóór de eerste vorst. Zomerbloeiende bollen zoals dahlia’s, anemonen, Calla’s, gladiolen en begonia’s plant je in het voorjaar, na de laatste nachtvorst.
-
Bereid de bodem voor: Maak de aarde los en vermeng deze met potgrond voor een goede drainage en voedingsbodem.
-
Plantdiepte: Graaf een gat dat ongeveer tweemaal zo diep is als de hoogte van de bol. Voor kleinere bollen kun je een gleuf maken waar je ze in legt.
-
Plaatsing van de bollen: Leg de bollen met de punt naar boven in het gat of de gleuf. Voor grotere bollen gebruik je een speciale bollenplanter.
-
Afstand tussen de bollen: Zorg voor voldoende ruimte tussen de bollen zodat ze ruimte hebben om te groeien.
-
Bedekken: Vul het gat of de gleuf weer met aarde en druk het licht aan.
-
Water geven: Geef de bollen water na het planten om het groeiproces te stimuleren.
-
Verzorging: Blijf de bollen water geven als de grond droog is en verwijder onkruid dat kan concurreren om voedingsstoffen en licht.
Door deze stappen te volgen, kun je genieten van prachtige bloemen in je tuin wanneer het seizoen daar is. Veel tuinplezier!
Reactie plaatsen
Reacties