100.000 samengestelde ogen, 200.000 vleugels en 300.000 pootjes.
Tijdens het hoogseizoen in de vroege zomer bestaat een kolonie honingbijen in een bijenkorf uit ongeveer 50.000 bijen.
Wat op het eerste oog een grote puinhoop lijkt is in werkelijkheid een goed georganiseerde superorganisme.
Alle leden van de gemeenschap – koningin, werkbij of dar – streven hetzelfde doel na: het voortbestaan van de kolonie en zijn nakomelingen. Om dit doel te bereiken zijn de honingbijen onderverdeeld in duidelijk onderscheiden werkzaamheden.
de dar
De mannelijke bijen hebben een hard leven in de gemeenschap van de honingbijen, en niet alleen omdat ze aanzienlijk in de minderheid zijn.
Nadat ze in het voorjaar uit de onbevruchte eitjes zijn gekomen, bestaat de enige missie van de darren uit het bevruchten van de koningin.
Aanvankelijk kunnen ze hun gemak ervan nemen, maar in mei, als de angelloze dar geslachtsrijp is, komt daar een einde aan.
Dan moet de dar in de zogenoemde darrenverzamelplaatsen voortdurend de concurrentieslag aan met duizenden andere mannetjes om met een koningin op haar bruidsvlucht te mogen paren.
Als hij slaagt verbruikt hij zijn al zijn sperma en sterft.
In de zomer, aan het eind van de bijenjaar komen de niet succesvolle darren in een sociaal isolement terecht. De werkbijen weigeren hen voedsel te geven, verbannen hen, of verhinderen hun terugkeer in de gemeenschap.
Reactie plaatsen
Reacties